Carel Polak
Carel Polak | ||||
---|---|---|---|---|
Carel Polak in 1971
| ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Carel Hendrik Frederik Polak | |||
Geboren | 2 september 1909 | |||
Geboorteplaats | Rotterdam | |||
Overleden | 28 februari 1981 | |||
Overlijdensplaats | Oegstgeest | |||
Partij | VVD | |||
Alma mater | Rijksuniversiteit Leiden | |||
Functies | ||||
1967-1971 | Minister van Justitie | |||
1971-1977 | Lid van de Eerste Kamer | |||
|
Carel Hendrik Frederik Polak (Rotterdam, 2 september 1909 – Oegstgeest, 28 februari 1981) was een Nederlands politicus. Namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) was hij minister van Justitie in het kabinet-De Jong (1967-1971).
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Polak stamde uit een Joodse familie van juristen. Zijn vader Moritz Polak was raadsheer in de Hoge Raad en zijn broers Nico en Jacques waren ook rechter. Polak volgde het Eerste Stedelijk Gymnasium in Den Haag, en studeerde daarna rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij in 1931 cum laude afstudeerde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest hij onderduiken. Hij werkte toen als conciërge van een huishoudschool en als nachtwaker bij een fabriek. Vanaf november 1946 was Polak hoogleraar economie en agrarisch recht aan de Landbouwhogeschool Wageningen. Bij Koninklijk Besluit werd hij per 1 september 1951 benoemd tot hoogleraar administratief en agrarisch recht aan de Universiteit Leiden. Op 5 april 1967 werd hij minister.
In tegenspraak met het conservatieve imago van het kabinet-De Jong, bracht Polak veel vernieuwingen tot stand. Zo moderniseerde hij de echtscheidingswetgeving, waarbij het recht op alimentatie werd losgekoppeld van de schuldvraag, en hief hij het verbod op de verkoop van voorbehoedsmiddelen op. Onder zijn verantwoordelijkheid werd het voor homoseksuelen discriminerende artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht in 1971 afgeschaft. Anderzijds weigerde hij in 1969 de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC rechtspersoonlijkheid te verlenen, vanwege bepaalde contactadvertenties in het huisorgaan van het COC. In datzelfde jaar wilde hij de Drie van Breda vrijlaten, maar na advies van de Hoge Raad weigerde hij hun gratieverzoek.
Na zijn ministerschap werd hij Eerste Kamerlid. In 1976 behoorde hij tot de minderheid van zijn fractie die vóór het initiatiefvoorstel voor een vrije abortuswetgeving stemde. Hij besloot zijn loopbaan als staatsraad in buitengewone dienst.
Polak was van 25 mei 1971 tot 29 maart 1977 voorzitter van de bijzondere commissie voor de herziening van het Burgerlijk Wetboek. In 1973 volgde hij de tot minister van Binnenlandse Zaken benoemde Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman op als lid van de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens, wat hij zou blijven tot zijn dood in 1981, toen hij werd opgevolgd door Hein Schermers.[1] In 1975-1976 was hij voorzitter van de Nederlandse Juristen-Vereniging.
Privé
[bewerken | brontekst bewerken]Carel Polak was gehuwd met Anneke Werker. Hij woonde voor zijn overlijden in Oegstgeest.
Weetjes
[bewerken | brontekst bewerken]- Nadat Phil Bloom op 9 oktober 1967 naakt in het VPRO-televisieprogramma Hoepla was verschenen, werd Polak in de Tweede Kamer gevraagd of er naar aanleiding van dit optreden stappen zouden worden ondernomen. De minister was dit niet van plan en vergeleek de uitzending met het schilderij Le déjeuner sur l'herbe.[2] Overigens had hij, zo verklaarde Polak, het programma niet gezien, want na Pipo de Clown zette hij het toestel af.[3]
- Toen in 1968 Daniel Cohn-Bendit met twee andere radicale studentenleiders naar Nederland zou komen, vroeg de Boerenpartij om een inreisverbod. Polak wees dat af met de klassiek geworden uitspraak "Democratie is niet voor bange mensen".
- Op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is gebruik gemaakt van tekst afkomstig van www.parlement.com .
- ↑ M. de Boer-Buiquicchio, 'Portret van C.H.F. Polak', NTM/NJCM-Bulletin 2000, afl. 1, p. 503-509.
- ↑ "Het was geloof ik zoiets als het "Déjeuner sur l'herbe" van Renoir, maar dat vinden wij nu een groot kunstwerk en van déze vertoning was geloof ik het pueriele dat het helemaal geen kunstwerk was, maar een soort van flinkheid om eens te kijken, hoeveel mensen hieraan aanstoot zouden nemen." Handelingen Tweede Kamer OCV / UCV 1967-1968 19 oktober 1967 pagina 43. (Overigens is het schilderij in kwestie geschilderd door Édouard Manet. Er bestaat wel een film Le Déjeuner sur l'herbe (1959) van de Franse regisseur Jean Renoir.)
- ↑ "Na Pipo zet ik de t.v. af en ik heb haar dus gemist." Handelingen Tweede Kamer OCV / UCV 1967-1968 19 oktober 1967 pagina 43
Voorganger: A.A.M. (Teun) Struycken |
Minister van Justitie 1967-1971 |
Opvolger: A.A.M. (Dries) van Agt |